0
Product is toegevoegd aan je
boodschappenlijst
boodschappenlijst
We verlangen vandaag meer dan ooit naar de wilde natuur. We willen groen rondom ons, we willen wandelen in het bos, we snakken naar zuivere lucht en water. De natuur heeft immers een helend effect : stress vermindert en onze conditie verbetert. Daar bovenop drukt de klimaatverandering ons ook met de neus op het feit dat we dringend moeten ‘vergroenen’…
Veel steden zijn alvast begonnen met ontharden en laten verwilderen. Projecten als Maai Mei Niet geven meer plaats aan de biodiversiteit. Zelfs wanneer er gebouwd wordt, staat respect voor de natuur centraal. Architecten proberen zo weinig mogelijk te raken aan ecosystemen. Gebouwen gaan op in het groen of vergemakkelijken zelfs de begroeiing. De natuur wordt niet meer gecontroleerd, maar vrijgelaten…
Ook in de interieurinrichting zien we steeds meer wilde natuur opduiken, letterlijk of als inspiratiebron. Textiel gaat wild, met verschillende texturen, volumes en kleuren in één enkel item. Objecten krijgen grillige vormen, vaak geïnspireerd of gevormd door de spontane, ongecontroleerde processen uit de natuur. De esthetiek van koraalriffen – waardevol maar bedreigd – is bijvoorbeeld iets wat vaak terugkomt in de interieurvormgeving. Zo ook de ‘overgrown’ look : objecten die met natuur begroeid lijken te zijn.
Daarnaast zijn NextGen-materialen erg belangrijk, nieuwe materialen op organische basis zoals myceliumleer, spider silk, papier of leer uit gemaakt uit algen, pigmenten die uit bacteriën gehaald worden. Ook restafval uit de voedingsindustrie krijgt een nieuw leven als grondstof. Denk aan appel- of druivenleer, textiel van citrusschillen of faux-plastic op basis van oesterschelpen. En ook het kleurenpalet is uiteraard gebaseerd op de – soms expressieve – tinten van de wilde natuur : van felgroen, warm bruin en paars tot geel.
